Nieuws

“Het bedrijventerrein als energiebedrijf, daar worden ondernemers warm van”

Ontwikkelingsbedrijf Noord-Holland Noord is in het leven geroepen door achttien gemeenten en de provincie om de economie in de regio te stimuleren. “De provincie heeft ons gevraagd om de energietransitie op bedrijventerreinen aan te jagen”, aldus Nico Meester. “In Noord-Holland Noord zijn honderd bedrijventerreinen. Daar staan gebouwen met grote gevels en daken. Voor zon is er heel veel ruimte. Ik ga met de ondernemersverenigingen om de tafel zitten om te kijken: kunnen we collectieve projecten realiseren om zonnepanelen op daken te krijgen?”

Zon als eerste stap, wind volgt later

Windmolens op de bedrijventerreinen zijn op zich ook een optie. “Als de normen veranderen, zullen er mogelijkheden ontstaan voor windmolens op bedrijventerreinen’, aldus Meester. “Er gelden nu landelijke en provinciale regels voor afstanden tussen windmolens en woonbebouwing. Maar misschien is er wel draagvlak om te onderzoeken of windmolens dichter bij woningen ook haalbaar zijn, bijvoorbeeld op bedrijventerreinen. Dat kan jaren duren. En ik wil slagen maken. We richten ons dus eerst op het laaghangend fruit: de zonnepanelen.”

Bedrijven kunnen de panelen uiteraard ook zelf laten plaatsen. Maar in de praktijk komt het er niet van. Pas drie tot vier procent van de daken op de bedrijventerreinen is belegd met panelen. “Daarom zeggen we: doe het collectief, dat is makkelijker. Bovendien leggen we met zo’n collectief de basis om de volgende stap te maken: samen naar een lokaal energieplatform. De ondernemers kunnen op hun terrein decentraal energie opwekken en onderling energie uitwisselen. Ze schakelen daarmee allerlei opslagen en tussenpartijen uit. Energievoorziening in eigen hand, dat spreekt ondernemers aan.”

Energietransitie als verdienmodel

Dat is het aardige, vindt Meester. “Ik begin over zonnepanelen en eindig met een doorkijkje naar de toekomst. Bij voldoende gezamenlijke energieopwek kunnen de ondernemers gezamenlijk de pieken scheren. Dat wil zeggen: minder of lagere pieken. Dan gaan de aansluitkosten ook naar beneden. Verder houden ze het geld dat ze aan energie besteden in de lokale gemeenschap. Ze worden steeds onafhankelijker. Ondernemers vinden dat heel aantrekkelijk.”

Energietransitie als verdienmodel dus. En als economische impuls. “Op dit moment zie je dat bedrijven omschakelen. Installatiebedrijven richten zich op de nieuwe technieken en ICT-bedrijven op platforms voor energiemanagement. De provincie kan hierbij helpen door het ontwikkelen van een paar heldere juridische formats en het ondersteunen van ICT-programma’s waarmee ondernemers de energieopwek en -uitwisseling op hun bedrijfsterrein kunnen regelen. Dat kan bedrijven over de drempel helpen. Ook een revolving fund is wenselijk, zodat energieplatforms financiering kunnen krijgen om te investeren in zonnepanelen, energieopslag en andere energiemaatregelen.”

Hoog op de agenda

Al met al begint het verhaal van de energietransitie steeds meer te leven, zeker ook bij ondernemers, constateert Meester. “Eerst was de discussie: is energietransitie wel noodzakelijk? Die discussie hebben we wel gehad. De vraag is nu: hoe gaan we de transitie daadwerkelijk uitvoeren? Ik vind het fascinerend. Ik ben nu anderhalf jaar met dit project bezig en heb heel veel ontwikkeling gezien, ook in mentaliteit. Dat komt niet alleen door de RES, maar in de RES komt het wel allemaal samen. Zo’n RES geeft de urgentie aan en zorgt dat het onderwerp overal hoog op de agenda staat.”