Nieuws

Jan Piet Konijn is aanjager toekomstbestendige bedrijventerreinen voor de WBG

‘Toekomst is één van de mooiste woorden die er zijn’

 

Na zeventien jaar nam Jan Piet Konijn afgelopen januari afscheid als directeur van ToekomstGroep. Het was tijd voor wat anders. Lang hoefde hij niet te zoeken, want WBG-voorzitter Hans-Peter Baars zag zijn kans schoon. En zo komt het dat Jan Piet zich vanaf nu onder andere bezighoudt met het organiseren en realiseren van toekomstbestendige bedrijventerreinen in Westfriesland. Zit dat vertrouwde woordje toch nog steeds in zijn functienaam.

‘Toekomst is één van de mooiste woorden die er zijn. Het betekent dat je ergens naar toe werkt. Dat heb ik dan ook altijd gedaan, in de breedste zin van het woord. In de organisatie, maar vooral ook met de mensen. Als je heel goed kunt delen, kun je namelijk nog beter vermenigvuldigen. Dat geldt voor alles. Ik help graag heel veel mensen. Bij ToekomstGroep hadden we ruim 400 mensen in dienst en ik kende zeker de helft persoonlijk. Ik wist alles van hen, ook als er in de privésituatie dingen speelden. Dat vond en vind ik belangrijk, want alleen dan kun je er zijn voor mensen. 9 januari heb ik afscheid genomen en als ik terugdenk aan hoeveel mooie woorden van waardering ik kreeg, dan vind ik dat het mooist. Ik vind mensen heel erg belangrijk. Ik krijg er vreugde van.’

‘Vorig jaar april gaf ik aan dat ik aan het einde van het jaar wilde stoppen. Dat was ook volgens afspraak. Toen de nieuwe grootaandeelhouder aantrad, zou ik in 3,5 jaar tijd een groot deel van de aandelen overdragen en vervanging regelen voor mezelf. Er zitten nu 4 mensen op mijn oude plek en die doen het heel goed. Ik zat steeds meer te weinig te doen en heb mezelf boventallig verklaard. Als het goed is heb ik alles goed achtergelaten, dat zal de Toekomst leren. Maar ik heb er het volste vertrouwen in. En anders weten ze me te vinden!’

Werken met Parels

‘Sinds vorig voorjaar ben ik gaan nadenken over wat ik dan wilde doen. Een grote zoektocht. Ik ben pas 57 en kan nog zó lang mee. Waar word ik gelukkig van? Waar voel ik me nuttig? Waar krijg ik energie van? Ik heb er bewust voor gekozen om voorlopig niet weer bij een bouw gerelateerd bedrijf te gaan werken. Dan zou ik misschien een concurrent zijn van ToekomstGroep. Bovendien: ik heb al 40 jaar in de bouw gewerkt. Hans-Peter van de WBG belde of ik een koppie wilde doen. Toen zei ik: ‘Dat doe ik in het nieuwe jaar.’ Dus zaten we al op 7 januari. Hans-Peter vroeg of ik iets voor de WBG wilde doen. ToekomstGroep is al jaren Parel van de WBG en ik heb hen altijd een warm hart toegedragen. Ik werk graag met bedrijven die eenzelfde insteek hebben. Het sociale karakter is belangrijk en dat zie ik binnen de WBG en haar Parels ook. Het gaat tenslotte allemaal om mensen.’

Denken in oplossingen

‘Ik heb altijd verder gekeken dan mijn eigen organisatie. Ik ben voorzitter van Espeq Bouwopleidingen en ik ben voor de fusie ook voorzitter van de Westfriese afdeling van Bouwend Nederland geweest. In die jaren heb ik met veel gemeenten gepraat en met veel ambtenaren contact gehad. Ik vind het belangrijk om mensen te prikkelen. Kijken naar hoe dingen wél kunnen. Ik snap dat dingen soms niet gaan, maar ik wil me liever focussen op wat wél lukt. Wat heb je nodig om wel dat succes te behalen? En als je successen kunt vieren, kun je ze ook delen én krijg je een intrinsieke motivatie om door te pakken. En wanneer heeft een gemeente het goed gedaan in de ogen van burgers? Als er een paal de grond in gaat, als een bedrijventerrein wordt geüpgraded of als er een knarrenhof wordt geopend. Je moet het laten zien. Zoeken naar oplossingen, volgens mij is dat ook het doel van een gemeente/overheid om de burgers te helpen.

Ondernemers verbinden

‘Hans-Peter vroeg me na te denken over bedrijventerreinen in Westfriesland en Noord-Holland Noord die niet toekomstbestendig zijn. Dat toekomstdenken vind ik niet zo lastig. Ik denk graag 10, 15 jaar vooruit. Zo ben ik altijd gekomen waar ik wilde. Zo weet je wat er nodig is en hoe dingen gebeuren. Met de WBG ben ik al betrokken geweest bij de revitalisatie van Hoorn80. Je ziet dat bedrijventerreinen óf verpauperen óf juist heel goed gaan. Dat ligt vaak aan het terrein zelf en vooral de ondernemers die er zitten. Met harde afspraken kun je de kwaliteit van het terrein veel beter waarborgen. Ik vind het mooi om de verbinding te leggen tussen ondernemers op het bedrijventerrein, zodat er een organisatie komt die bestuurlijk iets kan betekenen voor het terrein, maar ook meteen de stappen zet om het beter te maken. Dat kan heel praktisch met betere parkeerplaatsen, water beheersing, verlichting, vergroening of bewegwijzering, maar het kan ook een samenwerking zijn met de gemeente en soms de provincie. Bij samenwerken met de overheid heb je wel de uitdaging dat je om moet gaan met traagheid. Maar voor de andere partij komt al snel de realisatie: ik laat niet zo snel los, ik bijt mij erin vast.’

Verder dan vandaag

‘Ik geloof erin dat betere bedrijventerreinen bijdragen aan het ondernemersklimaat van Noord-Holland Noord. Hier gebeurt het namelijk. Daarvoor zet ik me graag in. Ik zeur niet zo snel; pas als je er alles aan hebt gedaan mag je zeuren. En je vangt meer vliegen met honing dan met azijn. Als je mensen voor je weet te winnen, bereik je er nog meer. Dat verbinden van mensen, een groep maken, dat vind ik heel leuk. Ik zit in diverse VVE’s, zowel zakelijk als privé en ook die ervaringen neem ik mee. Je merkt dat veel ondernemers vooral bezig zijn met vandaag. Dat is goed voor hun bedrijf, dus ook niet zo gek. Maar soms is het beter als ze ook de toekomst meenemen. Het onderhoud van hun pand is cruciaal voor hun eigen toekomstbestendigheid, maar ook die van hun bedrijventerrein. Dat gesprek ga ik graag met hen aan. Als bedrijventerreinen worden geüpgraded zorgt dat ook voor een waardevermeerdering van de panden die er staan. En mensen willen graag bij je werken als je op zo’n terrein gevestigd bent. Dat straalt uit dat je de boel goed geregeld hebt.’

Werken aan de toekomst

‘In Westfriesland willen we eerst met 3 bedrijventerreinen een pilot doen. Overal op een ander niveau. Bij de een gaan we eerst de onderlinge organisatie regelen, terwijl we bij de ander aan de slag gaan met de energietransitie. Er liggen al contacten met Regio Alkmaar en de Noordkop, dus daar wil ik ook graag mee samenwerken. En als de pilots zijn geslaagd, gaan we dit proberen verder uit te rollen naar de andere bedrijventerreinen. Daarvoor moeten we samenwerken met de lokale ondernemersverenigingen. De één is er al klaar voor, de ander nog niet. Het vergroten van de organisatiegraad en daarmee de betrokkenheid is eigenlijk stap 1. De pijn laten zien als er niets wordt gedaan, maar vooral de successen delen. We hebben nog genoeg uitdagingen die we aan moeten gaan de komende jaren. Nu kijken we naar warmte en stroom, maar straks komt ook (drink)water en hittestress erbij. Langetermijnplanningen zijn heel belangrijk. We moeten samen, ook met de overheden erbij, méér vooruit denken. Denken aan de Toekomst.’